‘De cardioloog kijkt me met een ernstige blik aan en zegt: “U bent door het oog van de naald gekropen”

Het is een heerlijke nazomerdag en Monique is van plan om in de middag lekker een wijntje te gaan drinken met haar collega’s. Zover komt het niet. Zij krijgt een hartinfarct en wordt uiteindelijk twee keer in het Erasmus MC behandeld. Later vertelt de cardioloog dat alle lagen van haar kransslagader waren gescheurd en dat zij door het oog van de naald is gekropen.

Het is, met z’n 24 graden, een heerlijke nazomerdag op zaterdag 14 september 2019. Dat komt perfect uit, want er is jaarmarkt in Zuidland en ik wil daar een wijntje gaan drinken met mij collega’s. Het dorp wat naast mijn woonplaats Simonshaven ligt. Ik werk daar twee dagen in de week als kapster, het vak dat in mijn bloed zit. Het is half elf ‘s ochtends als ik onder de douche stap en gelijk mijn benen wil scheren. Terwijl ik buk voel ik ineens een knak onder mijn borsten. Ik schrik en voel me gelijk een beetje misselijk worden. Het wordt niet beter en ik vraag me verbaasd af wat dit nou is, ik heb dit nog nooit gevoeld. Het branderige gevoel wordt erger en verspreidt zich over mijn hele borst en bovenarmen. Instinctief voel en weet ik dat dit niet goed is. Ik droog me snel af, trek een badjas aan en ga naar beneden waar mijn man en zoon zijn. Ik vertel hen dat ik me niet echt goed voel en geen idee heb wat het is. “Zal ik 112 bellen”, zegt mijn 20 jarige zoon Jay. “Nee joh, wacht maar even, zo'n vaart zal het niet lopen.” Zeg ik.
Maar het houdt aan en 112 wordt gebeld.

Op het moment dat de ambulancemedewerkers binnenstappen is het gevoel al eigenlijk weggezakt en verontschuldig ik me. Toch wordt er een ECG gemaakt, maar daarop zijn geen afwijkingen te zien. Ik voel me bezwaard, want er zijn misschien mensen die deze hulpverleners nu harder nodig hebben.
Maar dan komen de klachten terug, ik geef dit gelijk aan. Daarna kom ik in een stroomversnelling terecht. In no time lig ik in de ambulance en zegt de verpleegkundige: “We zijn rustig je dorp uitgereden, maar ik zal eerlijk met je zijn ik denk dat je bezig bent met een hartaanval dus de sirene gaat aan en het gas gaat erop.” Als ik op de SEH van het Erasmus MC aankom, heb ik al van alles toegediend gekregen. Om vijf uur ga ik naar de OK voor een hartkatheterisatie. Er blijkt een hematoom, ofwel een bloeduitstorting, in mijn kransslagader te zitten. Stents plaatsen is te gevaarlijk en het beleid is medicatie en rust. De cardioloog vertelt mij dat ik minimaal 48 uur in het ziekenhuis moet blijven.

“Ik voel ineens een enorme doodsangst, dit gaat niet goed aflopen met me. Ik kijk iemand in het kamertje aan en ik smeek; haal me alsjeblieft weg hier, het gaat niet goed. Ik word weer met spoed naar het Erasmus MC gebracht.”

Ik geloof niet dat ik besef wat er echt aan de hand is met me. De verpleging stuurt mijn man naar huis, zodat hij wat rust kan pakken. ‘s Avonds om half tien word ik overgebracht naar het Franciscus Gasthuis en Vlietland. Aangekomen in het ziekenhuis ontstaat vertraging, omdat ik daar niet ben aangemeld. Terwijl ik nog op de brancard lig te wachten komt uit het niets een hele heftige pijn over mijn gehele borst en bovenarmen, en uitstraalt naar mijn schouderbladen. Ik roep heel hard dat de pijn weer terug is. Ik word gelijk het kamertje achter de balie in gereden en op bed gelegd. De pijn is zo bizar heftig dat ik mijn bovenlijf niet meer stil kan houden en ga vreselijk overgeven. Ondertussen proberen ze me aan de ECG te koppelen en een bloeddrukband om te doen. Deze scheurt twee maal en het ECG apparaat werktook niet. Ik voel ineens een enorme doodsangst, dit gaat niet goed aflopen met me. Ik kijk iemand in het kamertje aan en ik smeek: “Haal me alsjeblieft weg hier, het gaat niet goed.” Ik word weer met spoed naar het Erasmus MC gebracht. Tijdens de rit word ik gerustgesteld door het ambulancepersoneel. De rauwe rit is eigenlijk wel fijn, het gehobbel leidt me af van mijn pijn.

Ik heb zo’n mazzel gehad dat ik met het tweede infarct in het ziekenhuis was, anders weet ik niet of ik dit verhaal kon navertellen. In het afgelopen jaar heb ik twee hartrevalidaties gevolgd. Omdat het hele event heftig is geweest voor mij, volg ik ook EMDR therapie. Werken doe ik nog niet, ik heb weinig conditie en kan me niet goed concentreren. Maar opgeven is geen optie, ik heb een prachtige kleindochter en een warme familie om me heen. Herstel kost veel tijd en ik moet naar mijn lijf luisteren. Dat valt niet mee, ik vind het een hele strijd.”

In het Erasmus word ik direct naar de IC gebracht, waar dezelfde cardioloog van ‘s middags op me staat te wachten. Hij vertelt me dat ik weer naar de hartkatheterisatiekamer moet. Daar word ik voor de tweede keer die dag via mijn pols behandeld. Er worden dit keer twee stents geplaatst. ‘s Nachts om kwart over een ben ik weer terug op de IC. De cardioloog kijkt me met een ernstige blik aan en zegt: “Dit was heel hard nodig, u bent door het oog van de naald gekropen.” Die nacht kan ik niet slapen. Ik krijg vreselijke pijn en een verkrampt gevoel in mijn achterhoofd en nek. Achteraf blijkt dat te komen van de spanning in mijn spieren tijdens het tweede infarct. De volgende morgen komt de cardioloog mij vertellen dat alle lagen in de wand van de kransslagader gescheurd waren en dat de bloedtoevoer naar mijn hart belemmerde.

Tekst; Monique Perdon

Vorige
Vorige

‘Na 7 weken heb ik een openhartoperatie ondergaan’

Volgende
Volgende

‘In allerijl hebben ze me opnieuw moeten reanimeren’