SCAD en zelfinzicht: een Reis van Overgave en Vertrouwen
Afgelopen 10 weken ben ik opkrabbelend na 2 hartinfarcten door een SCAD (spontane scheur in de kransslagader) een relatief onbekende aandoening waarbij vooralsnog geen eenduidig beleid is voor de behandeling ervan. Een ongrijpbaar, onzichtbaar, onbekend iets in mijn lichaam...wat een diepe uitnodiging was tot overgave en vertrouwen. En nog steeds is... Van dagen die gevuld zijn met progressie, opbloeien, energie, vrijheid, uitzicht op meer onafhankelijkheid en minder beperking...tot stagnatie, achteruitgang, onbekende klachten, uitzichtloosheid.
‘Een verpleegster kijkt om de hoek, ziet mijn pijn en vanuit alle hoeken en gaten stromen er verpleegkundigen toe’
“Ga maar lekker op tijd naar bed” zegt mijn collega als ze me thuis afzet. Onderweg naar huis voelde ik ook wat druk op de borst opkomen. Terwijl ik thuis binnenkom ziet mijn man al dat er iets niet in orde is, op mijn verhaal over druk op de borst, zere arm en misselijkheid vraagt hij of hij 112 moet bellen. Ik twijfel, want 112 bellen voor mezelf voelt gek. Ik raadpleeg google.
‘Met het blote oog onzichtbaar, diep verborgen in je hart’
Binnen de coaching-en trauma therapie zijn we dankbaar voor elk "scheurtje" die ontstaat, zichtbaar en voelbaar wordt. Een metaforisch scheurtje op mentaal, emotioneel, energetisch en fysiek niveau. Daar waar het licht kan en mag gaan schijnen op de donkere, onzichtbare, stukken in onszelf. Echter wat als je ineens geconfronteerd wordt met een daadwerkelijke fysieke scheur. Met het blote oog onzichtbaar, diep verborgen in je hart. Enkel te herstellen met "vertraging", niks doen, niets mogen en/of kunnen.....de diepste, uiterste beproeving in 'overgave en vertrouwen'.
‘Er bekruipt me een naar gevoel. Is dit een hartaanval?’
Arenda komt thuis van een heerlijke wandeling en voelt plotseling een heftige pijn in haar keel. Dit voelt niet als een gewone keelpijn. Het voelt direct niet goed. Als daar ook nog kramp in de kaken en druk op de borst bijkomen, weet ze het zeker. ‘Dit is niet goed.’ Arenda regelt nog snel van alles voor ze 112 belt. ‘Willen jullie een ambulance sturen, ik heb een hartinfarct.’
Een ingeloste belofte
Na vier weken ontwaakt Christina langzaam uit haar coma. Al snel realiseert ze zich dat het goed mis is. De hartchirurg vertelt haar dat hij alles heeft gegeven om haar het leven terug te geven. Zij moet beloven vol te houden, al lijkt het weinig hoopvol. En dat doet Christina; zij houdt vol. Stapje voor stapje, met hulp van het medisch personeel en familie, lukt het Christina vooruit te gaan. En mag ze uiteindelijk van de IC naar de hartbewaking. Maanden later wandelt ze de consultkamer in van haar hartchirurg. Op zijn gezicht strijden, ongeloof, verrassing en blijdschap om voorrang.
‘Die nacht was het spannend of ik de ingreep zou overleven’
Charlotte is 33 jaar, gezond, sportief. Onbezorgd. Tot maandagmorgen 5 september 2011. Het gaat niet goed met Charlotte en haar vriend Guido belt 112. Via een hartkatheterisatie via de lies wordt al snel duidelijk wat er aan de hand is. Die nacht is spannend of zij de ingreep gaat overleven.
‘Weer een hartaanval, ze hebben me met reanimeren weer teruggebracht’
Monique is zeldzaam goed in vechten, schouders eronder en door en er met name voor zorgen dat anderen het goed hebben of haar goed vinden. Zij houdt zich groot voor haar man, werkt meer dan 40 uur en is doodmoe. Haar klachten probeert ze te verminderen met poeders. Tot die wintersportvakantie met het hele gezin; tijdens een ski afdaling gaat het helemaal mis.
‘Na 7 weken heb ik een openhartoperatie ondergaan’
Linda wordt niet gelijk serieus genomen door de huisarts. In de wachtkamer krijgt zij een hartinfarct, maar wordt met een verkeerde diagnose naar huis gestuurd. Linda wil graag met haar verhaal een hart onder de riem steken voor andere vrouwen.
‘De cardioloog kijkt me met een ernstige blik aan en zegt: “U bent door het oog van de naald gekropen”
Het is een heerlijke nazomerdag en Monique is van plan om in de middag lekker een wijntje te gaan drinken met haar collega’s. Zover komt het niet. Zij krijgt een hartinfarct en wordt uiteindelijk twee keer in het Erasmus MC behandeld. Later vertelt de cardioloog dat alle lagen van haar kransslagader waren gescheurd en dat zij door het oog van de naald is gekropen.
‘In allerijl hebben ze me opnieuw moeten reanimeren’
Jannet krijgt vanuit het niets een hartstilstand. Gelukkig weet haar vriend, met behulp van de centralist van 112 en een buurtgenoot met een AED, haar hart weer op gang te krijgen. Tijdens de hartkatheterisatie blijkt Jannet een SCAD te hebben. Uit voorzorg houden ze haar 24 uur in slaap op de Intensive Care.

Ik ben een SCAD-je
‘Mevrouw, schrikt u maar niet want ik stuur nu meteen een ambulance naar u toe. Deze is bij u in de buurt.’ Ik ga in verweer: ‘Eh, een ambulance? Zo erg is het niet.’ ‘Mevrouw, blijft u zitten waar u nu zit en blijft u aan de lijn.’ Ze blijft met me spreken. Binnen een vijftal minuten hoor ik een ambulance met sirenes onze wijk naderen. Met sirenes. Nee, toch! En dat voor mij? Hoe gênant. Wat een bombarie en alleen omdat ik me niet lekker voel.
Drie dames in ambulancekledij stappen uit en komen naast me bij de auto staan. Ik excuseer de situatie. ‘Mevrouw, we weten binnen no-time of excuses noodzakelijk zijn.’ Ik word op de brancard geholpen en gefixeerd. In de ambulance worden in no-time plakkers op mijn lichaam geplakt en een hartfilmpje wordt gemaakt. Nog geen minuut later zegt de verpleegkundige ‘U maakt een hartinfarct door.’ Wat? Heb ik dat goed begrepen? Een hartinfarct?! Die diagnose heb ik helemaal niet zien aankomen. ‘We brengen u naar een ziekenhuis met een gespecialiseerd hartcentrum en faxen uw hartfilmpje alvast door.’ ‘Dan zijn ze daar op u voorbereid.’
Opeens zit ik wel in een hele rare spannende film. In mijn hand wordt de naald van een infuus ingebracht en er wordt onder mijn tong gesprayd. Met een loeiende sirene vertrek ik van huis richting ziekenhuis. Op een zondagochtend uit een hele rustige buurt. Door de aanwezigheid van een stagiaire op de ambulance kan geen passagier op de ambulance meer mee. Misschien maar goed ook. Bij aankomst was zij namelijk in een dikke drol gestapt. Zeer waarschijnlijk had zoonlief een drolletje van onze Bruce daar laten liggen. Met hun profielzolen zal de stank in de cabine wel niet gering zijn. Peter zal de ambulance gaan volgen in zijn eigen auto. Voor zijn vertrek en in alle hectiek informeert Pieter mijn zoon Cas even. Cas blijft vervolgens onwetend over de afloop alleen in huis achter.
Daar lig ik dan in een ambulance met sirene. Onderweg word ik zeer aandachtig in de gaten gehouden. Ik krijg nog een pilletje onder mijn tong. Het voelt zo onwerkelijk. Vaag zie ik beelden van de omgeving en besef dat ze richting de stad rijden.
We komen aan bij het ziekenhuis. Liggend op de brancard word ik de ambulance uitgereden en de ambulanceverpleegkundigen rijden me feilloos door de gangen en lift naar de ruimte waar ik gekatheteriseerd zal worden.
Door de ambulanceverpleegkundigen word ik nu aan de zorg van het ziekenhuis overgedragen. Ik krijg de opdracht om over te stappen op een OK-bed. Er komt een man met een hippe, felgroene bril, ongeveer van mijn leeftijd binnen. Het is de cardioloog die mij gaat onderzoeken. Zijn haar is nog nat. Ik verontschuldig me voor het verstoren van zijn zondagochtendrust.
Mijn rechterarm wordt vastgebonden en mijn pols verdoofd. De katheter om mijn hart en kransslagaders te onderzoeken zal hier ingebracht worden. Na het inbrengen van een grote, dikke naald wordt eerst een contrastvloeistof ingespoten. Bij het inspuiten neem ik een lichte, warme sensatie over mijn onderarm en vervolgens de binnenkant van mijn bovenarm waar. Dan wordt de katheter ingebracht en ook die kan ik tot aan mijn oksel voelen. Pal boven mijn borst wordt een groot, geheel in plastic verpakt, apparaat geplaatst. Ik vermoed een röntgenapparaat. Mijn uitzicht wordt hierdoor fors beperkt en kan alleen nog maar naar links en rechts kijken. Aan de linkerzijde staat een groot scherm waarop ik een projectie van bloedvaten zie. Een projectie van mijn ingreep, neem ik aan. Slechts een deel van het scherm kan ik zien. Tijdens de ingreep verschijnt aan mijn rechter kant tot twee keer toe eventjes een dame. Ze vraagt of het oké met me is. Ik ben super alert, nuchter en laat de gehele procedure maar over me heen komen. Ben ik oké? Ik zeg van wel.
Dit is een fragment uit het boek ‘Ik ben een SCAD-je.’ Pien heeft een SCAD overleeft. Op haar vraag waarom de vaatwand heeft kunnen loslaten, antwoordt de interventiecardioloog ‘Domme pech.’ Is dat antwoord een synoniem voor ‘ik weet het niet’? Pien gaat op zoek naar antwoorden in wetenschappelijke literatuur. Op basis van haar ervaringen doet Pien aanbevelingen aan hulpverleners, wetenschap en werkgevers.
Benieuwd?
Bestel en lees het boek via; https://www.boekenbestellen.nl/boek/ikbeneenscad-je/9789464814132
Een deel van de opbrengst gaat naar scadnederland.nl!