‘Er bekruipt me een naar gevoel. Is dit een hartaanval?’

Arenda komt thuis van een heerlijke wandeling en voelt plotseling een heftige pijn in haar keel. Dit voelt niet als een gewone keelpijn. Het voelt direct niet goed. Als daar ook nog kramp in de kaken en druk op de borst bijkomen, weet ze het zeker. ‘Dit is niet goed.’ Arenda regelt nog snel van alles voor ze 112 belt. ‘Willen jullie een ambulance sturen, ik heb een hartinfarct.’

23 april 2024 tijdens een dagje thuiswerken. Eigenlijk een hele relaxte werkdag. Het is half 3 s’middags. Tijd om even pauze te nemen, even lekker een wandeling met de hond. Heerlijk in het zonnetje. Ik geniet. Maar op het moment dat ik weer aankom bij mijn poort na de wandeling voel ik een hele heftige plotse pijn in mijn keel. Mijn eerste gedachte is wat is dit? Dit is geen gewone keelpijn. Het komt plots op en is heel heftig en brandend. Het voelt direct niet goed. Er bekruipt me een naar gevoel. Dit is niet okay. Is dit een hartaanval? Ik loop naar binnen en voel nu ook krampen in mijn kaken ontstaan en een druk op mijn borst. Nu wist ik het zeker. Dit is niet goed.

In een waas (soort overlevingsmechanisme) stuur ik een bericht naar mijn man. Kom maar naar huis ik ga 112 bellen. Volgens mij heb ik een hartaanval. Ook bel ik mijn moeder die dichtbij woont. Kan je hierheen komen? Ik ga 112 bellen. Stuur nog snel een chat naar mijn collega waar ik mee samen werk. Alles echt binnen een paar minuten tijd regel ik van alles wat ik nodig vind. Ik zet tijdens het bellen ook nog mijn hond in de gang (weet dat de ambulance dat wil), doe mijn poort open, pak mijn belangrijke spullen bij elkaar zoals id, zorgpas enz… en ga daarna rustig zitten. Dan bel ik 112. Willen jullie een ambulance sturen ik heb een hartinfarct. De mevrouw aan de lijn stelt me wat vragen. Maar heeft gelukkig snel door dat het serieus is. Blijf aan de lijn in stuur nu de ambulance.

Binnen hele korte tijd komen er 2 vriendelijke ambulancemedewerkers. Uitgebreide testen volgen en de conclusie is al snel mevrouw u gaat mee naar het ziekenhuis. Mijn moeder is ondertussen bij mijn huis aangekomen. Eenmaal in de ambulance komt ook mijn man aanstormen. Zelf ben ik eigenlijk nog vrij nuchter en rustig en maak nog gewoon geintjes met de ambulancemedewerkers. Het drong nog niet echt tot me door. Op naar het ziekenhuis maar en dan zie ik wel verder. Eenmaal daar aangekomen was het pas echt duidelijk. Toch echt een hartinfarct. Ik moest blijven op de hartbewaking. Op dat moment dacht ik pas hoe dan? Ik een hartinfarct? Ik ben nog veel te jong.

De SCAD heeft echt mijn leven veranderd. Ik ben niet meer dezelfde vrouw. Sta anders in het leven. Ik leef nu meer met de dag.

De volgende dag volgt een hartkaterisatie. Hieruit blijkt dat ik geen regulier infarct maar een SCAD heb. Gelukkig krijg ik duidelijke uitleg want ik heb nog nooit van een SCAD gehoord. 3 dagen verblijf ik in het ziekenhuis maar mag dan gelukkig weer naar huis. Eenmaal 1 dag thuis op 27 april in de avond voel ik weer dezelfde klachten opkomen. Ik denk nee hoor niet weer. Mijn man en mijn dochter zijn er op dit moment gelukkig nu wel ook. Mijn dochter belt weer 112. Weer een rit met de ambulance en 3 dagen opname volgen. Het betreft een 2e hartinfarct. Deze 2e infarct ontnam mij pas echt alle zekerheid. Hoe vaak gaat dit nog gebeuren? Wat nu? Angst voor de toekomst neemt bezit van mij. Moedeloosheid.

Ik volg voor 16 weken hartrevalidatie. Daar heb ik veel aan gehad. Alle lof voor Basalt Leiden. Vooral de groepsbijeenkomsten met vrouwen met een vrouwenhart vond ik fijn. Ik krijg een hoop medicatie en afspraken in het ziekenhuis en pas een half jaar later kan ik weer aan het werk. Ongelooflijk hoe moe je kan zijn na 2 infarcten en wat dit mentaal met je doet.

De SCAD heeft echt mijn leven veranderd. Ik ben niet meer dezelfde vrouw. Sta anders in het leven. Ik leef nu meer met de dag. Ben meer met de dood bezig. Heb ook alles geregeld voor het geval dat. Er is een hoop onzekerheid. Ben me nu erg bewust dat het ook zo ineens over kan zijn. Maar ik heb wel besloten van iedere dag te genieten. Niet bij de pakken neer te zitten. Ik weet niet of het nogmaals gaat gebeuren. Maar dan heb ik in ieder geval zo lang mogelijk genoten van mijn gezin. Dat doe ik nu bewuster.
Pluk de dag. 
Inmiddels ben ik bijna 8 maanden verder. Ik voel me lichamelijk een stuk beter. Ik pak langzaam mijn leven weer op. En ook mentaal word ik steeds sterker. Ik ben er nog. En daar ben ik heel erg dankbaar voor.

Tekst; A. van Duijvenvoorde-Messemaker

Vorige
Vorige

‘Met het blote oog onzichtbaar, diep verborgen in je hart’

Volgende
Volgende

Een ingeloste belofte